Kwaliteitsbeleggen (in het Engels: quality investing) is een beleggingsstrategie die gebaseerd is op een reeks duidelijk gedefinieerde fundamentele criteria die gericht zijn op het identificeren van bedrijven met uitzonderlijke kwaliteitskenmerken. De kwaliteitsbeoordeling wordt gemaakt op basis van zachte, kwalitatieve criteria, zoals geloofwaardigheid van het management, en harde, kwantitatieve criteria, bijvoorbeeld de stabiliteit van de balans.
Beleggen in kwaliteit klinkt als een no-brainer want wie wil dit nou niet? Het is een groot raadsel waarom we dit pas behandelen na 159 afleveringen. Ookal hebben we al eens eerder onderwerpen aangeraakt die hier erg mee verbonden zijn zoals moat beleggen, kapitaalallocatie, compounders, operationele hefboom, free cash flow en natuurlijk de aflevering over Terry Smith. Eind 2022 hebben we het ook al even behandeld in de aflevering waar we langs alle beleggingsstrategieën zijn gegaan. Beleggen in kwaliteit is namelijk evengoed een strategie, net als waarde en groei.
120. Overzicht van alle beleggingsstrategieën en -filosofieën | € 239.500121. Overzicht van alle beleggingsstrategieën en -filosofieën (vervolg) | € 228.100Geen enkele strategie laat zich vangen in een vast hokje. Als je vijf verschillende kwaliteitsbeleggers vraagt naar een definitie en uitvoering van beleggen in kwaliteit, krijg je ook vijf verschillende uitwerkingen. We gaan dus ons best doen om in ieder geval de rode draad te behandelen. Je kan deze aflevering ook zien als startschot van meerdere afleveringen over dit onderwerp. De komende maanden duiken we namelijk diep in het beleggen in kwaliteitsbedrijven.
Wat is beleggen in kwaliteitsbedrijven?
Zoals hierboven al aangegeven, kan kwaliteitsbeleggen op veel verschillende manieren worden gedefinieerd. Er komen zowel kwalitatieve als kwalitatieve aspecten aan bod. Sommige beleggers kijken misschien naar de brutomarge, of het percentage van de omzet dat overblijft na aftrek van de operationele kosten. Anderen gebruiken misschien het rendement op eigen vermogen, of de vrije kasstroom yield. Er is van alles mogelijk zolang het maar bovengemiddeld goede bedrijven zijn zoals Visa, Mastercard, Moody’s, Microsoft, ASML, NVIDIA, Constellation Software, of Novo Nordisk.
Bedrijven van extreem hoge kwaliteit hebben de neiging om stabiele rendementen te hebben en een beperkte mate van winstvariabiliteit, dus ze houden vaak goed stand tijdens brede marktverkopen. In andere woorden: het zijn anti-cyclische bedrijven. Een andere gemeenschappelijke factor is de financiële kracht, kwaliteitsbedrijven hebben vaak uitmuntende balansen.
Resultaten uit het verleden…
We hebben al eens eerder gezegd dat over een hele lange periode de factor kwaliteit een lichte outperformance laat zien. Dit hebben we behandeld in de aflevering over factorbeleggen, ook wel ‘evidence-based investing’ genoemd. Value (waarde), size (marktkapitalisatie), momentum, low risk (laagvolatiele aandelen) en quality (kwaliteit) zijn dé vijf factoren die bewezen hebben dat ze het beter doen dan de markt. Overigens is vrijwel edereen in de academische wereld het met elkaar eens dat value, momentum en size het meest robuust zijn. Voor quality en low risk is er wel bewijs maar daar wordt doorgaans minder waarde aan gehecht.
Om iets wetenschappelijk goed te onderbouwen moet er een goede definitie zijn. Zoals in de intro al aangegeven, hebben beleggers in kwaliteit daar vaak andere gedachtes over. Waar ze niet in afwijken, is dat ze allemaal overtuigd zijn dat het een outperformance oplevert.
Zo heeft de MSCI World Quality Index sinds 1994 de MSCI World Index overtroffen met 3,5% per jaar en de Wide Moat Index van Morningstar heeft sinds 2000 de S&P500 overtroffen met 4,2% per jaar. Om niet te veel aan cherry picking te doen, heb ik drie verschillende vergelijkingen gepakt. De S&P 500, MSCI World en Morningstar Wide Moat.
Het is je misschien al opgevallen dat het bij elke vergelijking om een relatief korte periode gaat. Met zulke statistieken is het nogal bepalend welke periode je pakt. Start je de vergelijking in 1995 of 2006? Dan komt beleggen in kwaliteit goed eruit. Als je de periode meer dan 100 jaar maakt, is de outperformance een stuk minder significant. Naar welke periode je ook kijkt, het blijven presentaties uit het verleden. Daar heb je helemaal niks aan als belegger nu. Uiteindelijk zal je de keuze moeten maken tussen het doorzetten van de recente ontwikkeling of niet.
ETF’s
Er zijn verschillende soorten ETF’s die een geautomatiseerde selectie doen op kwaliteitsbedrijven. Het is verstandig om goed te kijken waarop ze bedrijven selecteren. Omdat de factor quality bewezen is, zie je ze vaak terug in een ETF. Denk bijvoorbeeld aan:
- iShares Edge MSCI World Quality Factor UCITS ETF
- Invesco S&P 500 Quality ETF
- VanEck Morningstar US Sustainable Wide Moat UCITS ETF
De sectorverdeling past zich natuurlijk ook aan als je gaat filteren op kwaliteit. BlackRock heeft dit mooi uiteengezet. Wat mij opvalt is dat de meeste kwaliteitsbedrijven actief zijn in de sector IT, healthcare, industrials en communication services.
Andersom bekeken is de kans klein dat je kwaliteitsbedrijven vindt in real estate, utilities, energy en materials. Volgens mij is dit volledig in lijn met de Return On Invested Capital (ROIC) percentage per sector. Binnenkort komen we daar op terug met een volledige aflevering.
Geduld & discipline
Geduld en discipline is iets wat ik goed kan opbrengen. Dit heb ik wel moeten leren maar langzamerhand is dit mijn kracht geworden. Beleggen in kwaliteitsbedrijven is een strategie die best goed past bij particuliere beleggers. Dat is vooral omdat het een vrije passieve vorm van beleggen is, het komt het dichtst bij buy-and-hold beleggen. Ideaal om goede bedrijven lekker te laten compounden.
Het is natuurlijk een interessante vraag waarom zo weinig particuliere beleggers aan deze strategie doen. Mogelijk komt het omdat er relatief weinig kwaliteitsbedrijven in Nederlanden Europa zijn. We beleggen toch graag dichtbij huis. Een andere verklaring kan zijn dat alle bronnen die particuliere beleggers raadplegen nooit kwaliteitsaandelen behandelen maar altijd op de bal spelen met nieuws en aandelen die recent zijn gedaald.
Wat zijn kwaliteitsbedrijven?
Kwaliteitsbedrijven zijn de beste bedrijven in de wereld. Wie wil daar nou geen eigenaar van zijn? Na een lange zoektocht zijn er best veel overeenkomsten te vinden tussen wat beleggers over het algemeen zien als kwaliteit. Zo laat onderstaande afbeelding zien dat het gaat om:
- Market leaders;
- Highly profitable;
- Cash generative;
- Experienced management;
- Long term track record of growth;
- Good attitude to reinvestment.
Anderen zullen het weer anders omschrijven. Toch komt het vaak wel op hetzelfde neer. Wij gaan kwaliteitsbedrijven behandelen aan de hand van de volgende zes onderwerpen: competitive advantage, high profitability, earnings stability, strong balance sheet, good management en secular trend. Bij elk onderwerp is het aan jou als belegger om daar een criterium aan te koppelen. Zoals al aangegeven gaat het hier om kwalitatieve en kwalitatieve beoordelingen.
1. Competitive advantage
In de aflevering over moat beleggen hebben we de vijf concurrentievoordelen al behandeld. Volgens mij is Morningstar hier oorspronkelijk mee gekomen. Zij hebben vijf belangrijke bronnen of factoren geïdentificeerd die een onderneming een concurrentievoordeel geven:
- Het zijn immateriële activa (patenten, overheidslicenties, merknaam)
- Overstapkosten (gemak waarmee een klant kan overstappen naar een concurrent)
- Netwerkeffect (groeiende binding van klanten)
- Kostenvoordeel (goedkoper produceren)
- Efficiënte schaal (schaalvoordelen)
Een relatief jonge onderneming kan nog niet beschikken over een moat. Mogelijk zit er wel al een concurrentievoordeel ingebakken. In de praktijk zie je vaak dat een moat pas met de jaren komt. Coca Cola is ook niet begonnen met een moat. Die hebben ze zorgvuldig opgebouwd over tientallen jaren. Afhankelijk van de levensfase waarin je belegt, kan je bepalen hoeveel waarde je hieraan moet hechten. Ze moeten wel minimaal beschikken over een concurrentievoordeel. En kijk erg uit met ‘The Next Big Thing’.
2. High profitability
- Sustainably high returns on capital
Dit is misschien nog wel belangrijker dan de eerste, althans, een hoge mate van winstgevendheid is eigelijk je bewijs van een sterk competitief voordeel. Het laat zien dat het ‘pricing power’ heeft. Als er voldoende concurrenten waren, is het onmogelijk om een hoge winstgevendheid te hebben.
Dit is helemaal ideaal als het gecombineerd kan worden met een hoog rendement op geïnvesteerd kapitaal (ROIC). Het is misschien wel de meest informatieve maatstaf die de kwaliteitsbelegger tot zijn beschikking heeft. Het vertelt je hoe efficient een onderneming haar kapitaal inzet en hoeveel kapitaal nodig is om op een bepaalde groeivoet te komen. Bedrijven kunnen groeien door er eindeloze hoeveelheden kapitaal in te pompen, maar dat wil niet zeggen dat er ook waarde wordt gecreëerd. Het rendement op geïnvesteerd kapitaal helpt je om daar inzicht in te krijgen.
3. Earnings stability
- Strong predictable cash generation
- Durable revenue growth
Als je het compounding effect echt wil laten werken, moet je het niet onderbreken. Dit geldt ook voor omzet. Het liefst wil je het cyclisch effect niet terug zien in de omzet. Een stabiele en betrouwbare omzet en dus ook winst, geeft het bedrijf de mogelijkheid om veel meer op de lange termijn te denken. Verder zijn zulke bedrijven ook erg geliefd bij beleggers. Het verkleind de volatiliteit en winsten worden betrouwbaar. Vaak zie je dat voor een betrouwbare vrije kasstroom een premium wordt betaald.
De omzetgroei moet dus duurzaam zijn. Het liefst ook heel erg lang. Onderaan de streep moeten de groeiende winsten uit de omzet komen. Als de omzet stopt met groeien, kan je er misschien nog wel wat jaartjes extra winst uit duwen maar dat houdt natuurlijk een keer op. Verder wil je hier ook een hefboomwerking zien, bijvoorbeeld 5% omzetgroei moet leiden tot minimaal 8% winstgroei.
De kwaliteit van de winst moet tot slot ook goed zijn. Als aandeelhouder wil je uiteindelijk vrije kasstromen zien. De conversie van de winst naar vrije kasstroom moet aan de hoge kant zijn.
4. Strong balance sheet
- Low leverage
- Low capital intensity
Schuld is een van de grootste vijanden van bedrijven. Een beetje schuld is niet verkeerd maar als het meer dan drie keer de EBITDA is, kan een renteverhoging al snel pijn doen bij het herfinancieren. Het liefst bezit je bedrijven die net cash zijn. Dus als je de cash aftrekt van de schulden, dat blijft er nog steeds wat over. Hiermee weet je ook dat de volledige vrije kasstroom voor jou als aandeelhouder is.
Verder wil je ook graag kapitaal-lichte bedrijven hebben. Hiermee voorkomen je dat er om de zoveel tijd weer veel vrije kasstroom gebruikt moet worden voor onderhoud of groei. We noemen dat de Capital Expenditures (CapEx). Je kan dat goed afzetten tegen bijvoorbeeld de omzet. Onder de 5% wordt als erg licht gezien.
5. Good management
- Skin in the game
- Great capital allocation
- Maintain the competitive advantage and pricing power
Over elk punt kan je wel een aflevering maken, over goed management misschien wel vijf. Er zijn boeken over vol geschreven. Het liefst wil je natuurlijk dat het management ook aandeelhouder is, hiermee zijn de belangen veel meer op elkaar afgestemd. Voor bedrijven waar de oprichter nog actief is, is dit geen probleem. Voor het management daar kan dat wel het geval zijn. Een goede indicator is om te kijken hoeveel keer de jaarlijkse beloning zij hebben in aandelen.
Kapitaalallocatie hebben we al eens eerder behandeld als losse aflevering. Er wordt dan snel gekeken naar de kwaliteit van buybacks, is de timing daarvan goed bijvoorbeeld? Kwaliteitsbedrijven zijn regelmatig duur, dus worden er ook overgewaardeerde aandelen ingekocht. Het voelt voor mij wat te simpel om iemand alleen daarop te beoordelen. Misschien is het eenvoudiger om te onderzoeken of iemand niet een goede kapitaalallocator is. Fouten vallen natuurlijk veel meer op.
Als laatste wil je goed bestuderen of het management in staat is om het competitief voordeel en de prijszettingskracht te behouden. Beschermen ze wel voldoende de business en kiezen ze er niet voor om op de korte termijn meer winst te maken?
6. Secular trend
- Reinvesting profits
- Attractive growth opportunities
Seculaire groei is een langetermijntrend van economische groei die niet wordt veroorzaakt door cyclische factoren. De groei wordt vaak gedreven door fundamentele maatschappelijke en demografische veranderingen. Denk aan zaken als verstedelijking, digitalisatie, vergrijzing en de toenemende welvaart in opkomende markten. Je wilt graag zien dat het bedrijf mee kan surfen op een seculaire trend. Je zou kunnen zeggen dat het gratis groei is, je hoeft dan alleen maar je marktaandeel te behouden. Kwaliteitsbedrijven kunnen vaak wat sneller groeien dan de markt.
Bij kwaliteitsbedrijven lijkt de groei soms oneindig, neem bijvoorbeeld Microsoft, na zoveel jaar zit er nog steeds groei in. Het is belangrijk dat de vrije kasstroom aan het werk gezet kan worden. Er moeten dus voldoende kansen zijn om geld tegen hoog rendement aan het werk te zetten.
Kwaliteit boven waardering
Wat naar mijn idee het grote verschil met waardebeleggen is, is de extreme focus op kwaliteit. 90% van je fundamentele analyse heeft direct betrekking op de onderneming en het groei-potentieel. De laatste 10% gaat over waardering. Dus eerst is de focus op kwaliteit, daarna pas de waardering.
Kwaliteit is zelden goedkoop
In normale marktomstandigheden is het vrijwel onmogelijk om kwaliteitsbedrijven goedkoop te bemachtigen. Kwaliteit voor een appel en een ei aanschaffen is normaliter enkel denkbaar wanneer er iets niet goed gaat bij de onderneming. Je zult dan een inschatting dienen te maken of dat probleem tijdelijk van aard is of een permanente dreiging vormt. Als de perceptie van de markt verkeerd zit, kunnen deze momenten kansen bieden voor de oplettende kwaliteitsbelegger.
Een recent voorbeeld is voor mij Adyen. Ik zie dit bedrijf als echt kwaliteitsbedrijf maar in augustus, september en oktober vorig jaar werd daar door de markt flink aan getwijfeld. Juist op deze momenten is het belangrijk om als belegger in kwaliteitsbedrijven een inschatting te maken. Het is misschien nog wat te vroeg om te oordelen maar het lijkt er nu wel op dat de markt er helemaal naast zat en het achteraf gezien een mooie kans was.
Mark Mahaney noemde dit in zijn boek Nothing But Net, Dislocated High-Quality Stocks (DHQs). Mahaney beschreef dat een van de beste manieren om geld te verdienen als belegger in snelgroeiende technologie-aandelen is door de bedrijven van de hoogste kwaliteit te identificeren en deze vervolgens te kopen of posities aan te vullen wanneer ze ontwricht zijn.
In het mogelijke geval dat je toch te veel betaalt, betekent dat een buy-and-hold-aanpak voor de lange termijn je uiteindelijk gaat redden. Vooral omdat de groei van de omzet en vrije kasstroom de waardering naar beneden trekt.
Welke levensfase heeft jouw voorkeur?
Daar is onze professor weer, Aswath Damodaran. Hij spreekt vaak over verschillende levensfases van bedrijven. In onderstaande afbeelding is goed te zien dat in de eerste fase het voornamelijk om de ‘narrative’ draait, in de laatste fase gaat het volledig om de ‘numbers’. In principe is kwaliteit te vinden in elke fase. De metrics waarop je filtert, kunnen erg bepalend zijn voor de fase waarin je bedrijven aantreft. Zo is bijvoorbeeld een hoge ROIC en FCF-marge pas realistisch om te verwachten als het bedrijf voorbij fase 3 is.
In andere woorden, als je minimale eis is dat bedrijven een ROIC van meer dan 15% hebben en FCF marge van meer dan 25%, dan sluit je al snel bedrijven uit in fase 1 tot en met 3. Dit kan je natuurlijk ook heel bewust doen. Persoonlijk voel ik mij erg comfortabel bij fase 3 en 4. Wat voor uitwerking dat heeft in de kwantitatieve criteria, weet ik nog niet.
Geen bottom-up maar top-down analyse
Een ander bijkomend voordeel van beleggen in kwaliteitsbedrijven is dat je al het nieuws van de dag volledig langs je heen kan laten gaan. Niet meer de stress van elke dag de beurzen volgen. Je selecteert aandelen vanuit het top-down principe. Wat is de toekomstverwachting van de onderneming, de markt waarin het begeeft en hoe is het bedrijf gepositioneerd?
Bij bottom-up onderzoek ben je veel bezig met GDP-groei, de richting van de rente, inflatieontwikkeling, werkloosheidcijfers uit Amerika, enzovoorts. Voor beleggers in kwaliteit maakt dit allemaal niet uit.
Simpele checklist
Luc Kroeze deelt in zijn boek De Kaviaar Formule een checklist die je kan gebruiken tijdens het selecteren van kwaliteitsaandelen. Doe daar je voordeel mee!
Kwalitatieve criteria - het bedrijf:
- is eenvoudig te begrijpen;
- is wereldwijd actief en heeft een gediversifieerd klantenbestand;
- is in staat om te groeien;
- heeft een duurzaam competitief voordeel met een mate van prijszettingsmacht;
- heeft een leidende marktpositie en een capabel management is recessiebestendig;
- is in grote mate ongevoelig voor disruptie.
Kwantitatieve criteria - het bedrijf:
- heeft een jarenlang trackrecord van omzet- en winstgroei;
- vertaalt het grootste deel van de winst in vrije cashflow en genereert een hoog rendement op geïnvesteerd kapitaal (ROIC);
- heeft geen of beheersbare schulden.
Ik heb weer een hoop geleerd van deze aflevering en kijk nu al uit naar de komende maanden waarin we dit onderwerp verder gaan uitdiepen. Nog een paar metrics waar ik de komende maanden meer naar ga kijken als ik op zoek ga naar kwaliteitsbedrijven:
- Free cash flow per share → growth
- FCF return on capital → capital efficiency
- FCF margin → pricing power
- FCF yield → valuation
PDT update
Om de week brengen we een nieuwe update uit. Alle kleine verbeteringen zijn te lezen in de change log. Voor alle details verwijs ik je daar naar door.
Dit keer gaan we geen specifieke update delen. Ik wil wel graag een reactie uit de community met jullie delen. De reactie is gedeeld naar aanleiding van de laatste aflevering waar we de impact van een verkoopbeslissing bespraken. PDT is steeds meer een portfolio coach aan het worden!
“Super update! Het wordt zo meer een portfolio coach dan een dividend tracker.” — Koen, PDT gebruikers
Jong Beleggen/PDT community
Ruim een maand geleden heb ik in de community een uitgebreide post gedeeld over waarom ik overweeg Alphabet te verkopen. Met 52 uitgebreide reacties komt de kracht van de community goed naar boven. Tot mijn verbazing was ruim driekwart van de beleggers het niet met mij eens. Ik deel nu ook met de rest mijn gedachten over Alphabet.
Alphabet verkopen?
Sinds de lancering van ChatGPT ongeveer één jaar geleden, hou ik Alphabet meer in de gaten. Het is wel algemeen bekend dat Alphabet al jaren flink investeert (via DeepMind) in kunstmatige intelligentie. Dat wil natuurlijk niet direct zeggen dat het daarvan ook economisch gaat profiteren. Ze hebben de distributie, data en kennis in huis maar uiteindelijk moeten users het wel gaan adopteren. Op de momenten dat er een grote verandering plaatsvindt, is de kwaliteit van het management ineens heel belangrijk. Je kan wel stellen dat Sundar Pichai voor het eerst als CEO echt getest wordt.
Recent heeft Mees een post geplaatst over waarom het beter is om RTL group niet te kopen. In de gedachten van zijn post, kom ik nu met de vraag: waarom moet ik Alphabet niet verkopen? Ik deel al mijn zorgen omtrent het aandeel Alphabet. Misschien zie ik iets over het hoofd of hebben jullie andere inzichten die mij van gedachten doen veranderen.
Portfolio
Transactie: Nee
Portfolio waarde: € 353.200
Terug naar 2022
Gisteren las ik onderstaande Tweet van Jason. Met de kennis van nu, is het zo lastig voor te stellen dat bedrijven zoals Meta, Nvidia, Netflix met meer dan 60 procent gedaald zijn in 2022. Direct bekruipt je het gevoel “had ik maar meer gekocht”. Toentertijd voelde dat uiteraar niet zo. We kunnen daar nu niks meer aan doen, wat je wel kan doen is je mentaal voorbereiden op de volgende flinke daling. Die gaat namelijk zeker komen.
De volgende keer wanneer we weer in een volledige sell-off zitten, bekijk dan weer deze tweet. Hoe voelde je je in de daling van 2022 en hoe voel je je nu - dus ruim één jaar daarna? Met deze ‘oefening’ creëer je een sterk fundament voor de volgende crash.
Volgende week gaan we het hebben over 'Grote beleggers: Chuck Akre. Rest ons nog een ding: Investeer in je kennis! En beleg met beleid.
Word Vriend
Vind je het leuk om ons te steunen als onafhankelijke podcast, gebruik te maken en mee te denken met de Portfolio Dividend Tracker? Voor €6,25 per maand krijg je toegang. Zeven dagen gratis proberen!
► Doe mee met Jong Beleggen: PortfolioDividendTracker.com
Pim's portfolio
► Bekijk mijn volledige aandelen portfolio: Portfoliodividendtracker.com/jongbeleggen
JB updates op Instagram
► @JongBeleggen op Instagram: Instagram.com/jongbeleggen