Vorige week hoorden jullie mij enthousiast zijn over de Willie Wortels van dieselfilterbouwer Johnson Matthey. Maar tot mijn grote verbazing kwam de dag na de opname een bijzondere boodschap van Johnson Matthey tot ons: zij stoppen met de ‘battery materials’.
Johnson Matthey is al vanaf 2015 bezig om deze technologie te ontwikkelen. Dat er nu een plotselinge draai is van ‘optimistisch’ naar ‘geen economische waarde’ is erg vreemd. Zo’n grote draai heb ik zelden meegemaakt bij bedrijven. Het afgelopen kwartaal was de CEO van Johnson Matthey zelfs nog optimistisch.
Nu stapt ook hij op. Het onverwachts mislukken van de technologie en het opstappen hangt natuurlijk met elkaar samen. Dat is echt een rode vlag. Mijn uitgebreide update van dit nieuws kan je lezen op dennisemmelkamp.nl of in de community van Jong Beleggen.
Inflatie en rente
Vorige week hebben we al even gesproken over inflatie en het nieuwsbericht over Klaas Knot. Hij waarschuwt dat de hoge inflatie langer kan aanhouden. Vandaag gaan we er dieper op in. Inflatie en rente zijn onderwerpen die de afgelopen tijd vaak in het nieuws zijn. Er hangt namelijk veel onzekerheid omheen. De experts zijn het oneens over de voorspellingen, de oorzaak, de risico's en de aanpak ervan. Zelfs onder wetenschappers en economen is geen consensus over hoe we om moeten gaan met inflatie. Best lastig dus. Maar wat moet je daar als belegger nou mee?
Inflatie
We meten inflatie door de prijzen te volgen van een mandje consumentengoederen: de consumenten prijs index (CPI). Dat mandje wordt bepaald door te kijken waar we gemiddeld ons geld aan uitgeven. Hoe het mandje eruit ziet wijzigt dus door de tijd heen.
Er is best wat discussie over hoe we die inflatie nou moeten meten. De CPI in de VS wordt bijvoorbeeld gecorrigeerd voor producten die minder worden gekocht door prijsstijgingen. Die productgroep gaat dan minder zwaar wegen. Maar ook als de kwaliteit van een product wijzigt, wordt de weging aangepast. Dus als iets duurder wordt en de kwaliteit gaat evenveel omhoog, dan kan je stellen dat je niet 'meer' betaalt. Je krijgt namelijk ook meer. Zo kan je over elk onderdeel van inflatie en het meten ervan wel een discussie starten. Die discussie is voor ons als beleggers wat mij betreft niet zo interessant. Het gaat er vooral om wat de trend is en welke prijzen precies stijgen.
Het is ook goed om inflatie in tweeën te delen. De ene inflatie is de andere niet namelijk. Grofweg zijn er twee soorten. Kosteninflatie en bestedingsinflatie. Soms wordt dat een kip - en eidiscussie. Kosteninflatie is het makkelijkst uit te leggen met Shell als voorbeeld. Gaan de olieprijzen omhoog, dan stijgt benzineprijs aan de pomp ook. Kosteninflatie dus. Shell berekent de kosten van de hogere inkoop door aan de consument. Van bestedingsinflatie is sprake wanneer er meer vraag is dan aanbod. We zien dit nu in de autoindustrie. Er zijn te weinig chips. Daardoor produceren we 'te weinig' auto's en dus verhoogt men de verkoopprijzen.
Met deze voorbeelden zie je dat het voor beleggers eigenlijk altijd maatwerk is. Welke prijzen stijgen? Wat doet het met de business, de inkoopprijzen en de verkoopprijzen? Dan kom je al snel terecht in competitief voordeel. Het is de vraag of de business in staat is zijn voordeel er mee te doen.
Deflatie
Bij deflatie heerst het beeld dat we dat ten alle tijden moeten voorkomen. Maar als je daar goed over nadenkt is dat best gek. Stel, alles wordt elk jaar 1% goedkoper: je boodschappen, de TV, je vakantie en je auto. Dan kan ik geen enkel argument verzinnen om hier tegen te zijn.
Er zit ook economische logica in deflatie. Als we technologisch sterk ontwikkelen dan gaan we sneller en goedkoper produceren. We worden steeds efficiënter en dat zorgt voor dalende prijzen. We mogen best een beetje 'aardiger' zijn voor deflatie. Hoe meer je de economisch 'goede' deflatie hebt, hoe beter. Dan kan er namelijk meer geld in de economie gestopt worden. Dat geld zorgt weer voor versnelde economische groei. Zolang de inflatie niet de overhand krijgt, is dat wat mij betreft een prima variant.
Maar er bestaat ook 'slechte' deflatie. Als er economische tegenwind is en men kan de producten niet meer verkopen, worden prijzen verlaagd om toch afzet te creëren. Dat is geen gezonde situatie. Als de prijzen dalen, dan gaat er bezuinigd worden en verliezen mensen hun baan. De uitgaven van mensen worden dan weer lager, en dan zitten we in een negatieve spiraal.
Geschiedenis van inflatie
Leuk weetje: van de 17e tot de 20e eeuw was er in de wereld per saldo geen inflatie. In het kader daarvan heb ik een boekentip. De Nederlandse macro-econoom Edin Mujagic heeft "Geldmoord" geschreven, een heel interessant boek over inflatie. Ik moet er wel bij zeggen dat hij ook in een 'kamp' zit. Hij is niet zo'n fan van inflatie en het pompen van geld in de economie.
De kern van zijn betoog in één plaatje:
$100 in 1635 is door de eeuwen heen nauwelijks minder waard geworden. Tot na 1913. De waarde van $100 is inmiddels bijna $3.500. Of, anders geredeneerd: van elke dollar is nog ca. 3 cent over. Zie daar de titel van het boek. Geldmoord. Hoe kan dat?
In 1913 werden de centrale banken opgericht. Wat is er sindsdien gebeurd? Deflatie is in een slecht daglicht geplaatst. De Goudstandaard is losgelaten. Vroeger kon je dollars inruilen voor goud tegen een vaste prijs. Daarmee was er vertrouwen in het geld en behield het een stabiele waarde. Ook heeft fractioneel bankieren een vlucht gekregen. Banken kunnen namelijk wel elke euro die ze bezitten in veelvoud uitlenen. Daarmee creëren ze geld uit het niets. Er is geld in de economie gepompt. Centrale banken kopen massaal obligaties op. Het effect: gratis geld.
Onze economie is gaan varen op schulden. Bijkomend voordeel van inflatie: schulden worden relatief gezien lager. Dat is de nutshell. Wil je meer weten? Boekje lezen!
Effect van hoge inflatie
Wij beleggers maken ons druk om inflatie en rente maar dat is een luxeprobleem. Het echte probleem zit bij de mensen die weinig te besteden hebben. Het effect van inflatie bij de beter bedeelden is dat ze een keer minder uit eten kunnen of misschien een goedkopere BMW moeten aanschaffen. Maar er is ook een grote groep mensen die het door inflatie niet voor elkaar krijgt om de eindjes aan elkaar te knopen. Boodschappen doen is dan de wekelijkse uitdaging.
Wat wil je als de inflatie hoog is en je koopkracht achteruit gaat? Meer verdienen! Als arbeid duurder wordt gaan fabrikanten dat doorberekenen in de verkoopprijs. Omdat we meer verdienen, gaan we meer uitgeven en dat kunnen we als mensheid lang volhouden. Dat noemen we de loon-prijsspiraal.
Vervolgens zorgen die hogere prijzen voor ontwrichtingen in de economie. Tenminste, als de prijzen daadwerkelijk stijgen. Twee procent of minder is niet zo relevant. Zie daar het doel van de centrale banken. Prijzen die stijgen met meer dan 2% zorgen voor hogere inkoop en daarmee faillisementen of kostenbesparingen bij bedrijven. Dat is economisch ongunstig en zorgt in de hele keten voor voorzichtigheid. Als prijzen op en neer stuiteren krijg je bij bedrijven een afwachtende houding. Vertrouwen is echt de motor van de economie. Als dat verstoord raakt zet dat een rem op de economie.
Bestrijden van inflatie (rente)
We willen dus prijsstabiliteit en geen 'slechte' inflatie. Wel geld in de economie pompen als vliegwiel voor nog meer groei en tegelijkertijd de schuldenlast behapbaar houden. De conclusie is dan: gewoon een beetje inflatie. Twee procent vinden centrale bankiers. Hoe krijgen we dat voor elkaar?
Monetair beleid. Dat doen onze centrale banken, de ECB en de FED, voor Europa en de VS. Aan het stuur zitten daar Christine Lagarde en Jerome Powell. De centrale banken doen hoofdzakelijk twee dingen. Ze stellen de rentepercentages vast en ze stoppen geld in de economie.
Er zijn twee belangrijke rentepercentages. Ten eerste de rente die banken moeten betalen om geld bij de ECB te lenen. Ten tweede de rente die banken moeten betalen om geld bij de ECB te stallen: de depositorente. Die percentages zijn nu 0% voor lenen en -/-0,5% voor stallen. Het effect van dit beleid is dat banken gratis geld kunnen ophalen en dus ook goedkoop aan hun klanten kunnen verstrekken. Als ze geld 'over' hebben en moeten stallen kost dat geld voor banken. Banken hebben dus de incentive om geld in de economie te krijgen en klanten om geld te lenen, dat is immers goedkoop.
Het effect in de praktijk zie je terug bij de hypotheekrente en de huizenprijzen. De historisch lage rente zorgt ervoor dat huizen betaalbaarder worden door lagere maandlasten. Maar dat effect doen we weer teniet doordat de huizenprijzen stijgen door de betere betaalbaarheid. Door het gratis geld blazen we lucht in de huizenprijzen. Bij een hogere rente krijgen de prijzen neerwaartse druk omdat de betaalbaarheid afneemt. Wie denkt dat we een woningtekort hebben en dat bouwen de oplossing is voor het probleem, heeft het wat mij betreft mis. Een tekort aan woningen is niet het grootste probleem. Een tekort aan betaalbare woningen wel. Dat kunnen we niet alleen oplossen door te bouwen. De oplossing zit aan de geldkant. Er zit namelijk te veel goedkoop geld in de woningmarkt.
Daarnaast stopt de ECB geld in de economie. Dat noemen we Quantitative Easing (QE). Ze kopen obligaties op, drukken daarmee de lange rente en het gecreëerde geld komt vervolgens in de economie terecht. Na de financiële crisis is QE populair geworden. Tijdens de coronacrisis hebben ze daar nog een schepje bovenop gedaan. De hoeveelheid geld die in de economie wordt gepompt is tot 80% gestegen. Het bedrag dat de Europese Unie erin heeft gestopt is 60% van het Europese GDP.
Op dit moment zitten we in een spagaat. De economie groeit weer en de werkloosheid neemt fors af. Je zou kunnen zeggen dat we de stimulering niet meer nodig hebben. De economie draait immers op eigen benen. Sterker nog, op veel plekken is er oververhitting. De werkloosheid kan praktisch niet lager en de prijzen stijgen hard. De vraag is groter dan we kunnen produceren. Maar de centrale banken staan nog steeds in de crisisstand. Er worden nog steeds grote hoeveelheden geld in de economie gepompt en geld blijft gratis. Dat klinkt niet als een gezonde situatie. Vooral Klaas Knot en Jens Weidmann van de Duitse centrale bank vinden dat de rente verhoogd moet worden. Dat past in de huidige economische situatie en bij de doelstelling van de ECB, namelijk 2% inflatie. Daar zitten we ver boven.
Deze doelstelling is makkelijker gezegd dan gedaan. Particulieren, bedrijven en overheden zijn overladen met schuld. Als de rente gaat stijgen kan dat op veel plekken echt een klap zijn. Overheden die hun financiën niet meer op orde kunnen houden en nauwelijks geld uit de markt kunnen halen. Bedrijven die niet meer kunnen investeren door het blok schuld aan hun been, en particulieren wiens hypotheek onder water komt door dalende huizenprijzen. Dat heeft weer gevolgen voor de kwaliteit van de leningen bij banken. Die moeten voorzieningen treffen en kunnen en willen minder uitlenen.
Nu kunnen er twee scenario's geschetst worden. Scenario 1: de inflatie is tijdelijk en het verhogen van de rente en terugschroeven van QE is het nadelige effect niet waard. In dat geval gaan we ergens volgend jaar gewoon weer over tot de orde van de dag. Scenario 2: de inflatie houdt lang aan, en wordt eventueel zelfs erger door de loon-prijsspiraal. Dan zijn we te laat met ingrijpen en zijn de economische en maatschappelijke consequenties vervelend. We moeten dan harder remmen om de inflatie onder controle te krijgen. Lees: meer en sneller de rente verhogen. Het duurt namelijk ook even voordat het effect van een renteverhoging zichtbaar is in de economie. Dat is ongeveer zes maanden.
Je leest ook allerlei verhalen met complottheorieën wanneer het over het monetair beleid gaat. Ik geloof daar niet in. Ik zie simpelweg een hele complexe economische afweging waar we niet zeker weten wat de beste keuzes zijn.
Dan nog even een luistertip! Kees de Kort heeft dagelijks een economische column op BNR. Heel interessant om zijn visie te beluisteren. Hij is ook heel kritisch op het huidige monetaire beleid.
Modern Monetary Theory (MMT)
Er is ook nog een stroming die het allemaal anders bekijkt. Alles wat hierboven staat zou je kunnen zien als mainstream macro-economische theorie. MMT heeft de overtuiging dat overheden in principe onbeperkt geld kunnen creëren en uitgeven. Er geldt slechts één beperking, en dat is inflatie. Dat betekent dat een torenhoge staatsschuld 'echt' geen enkel probleem is. Net als begrotingstekorten. Wie geld leent, moet het weer terug moet betalen, hebben we allemaal meegekregen. Maar in de theorie van MMT kijken ze daar anders naar. Ze maken vooral verschil tussen de uitgever van geld en de gebruiker. Als de uitgever van geld kan bijdrukken dan kan je dus altijd terugbetalen en meer uitgeven. Gebruikers van geld kunnen dat niet.
'Dat kan niet kloppen', dacht ik direct toen ik het las. Maar er zit wel degelijk een goede onderbouwing achter. Stephanie Kelton heeft daar een verhelderend boek over geschreven: 'The Budget Deficit.' Dit boek was voor mij mindblowing. Als je het onderwerp inflatie, rente, monetair beleid en overheidsfinanciën interessant vindt, dan is dit verplichte kost. Een mooi tegengeluid op het algemene verhaal. Ik ben mij na het lezen van dit boek nog steeds aan het afvragen of ik mijn economisch wereldbeeld niet moet omgooien.
Wat vind ik er van?
We hebben nu een overzicht van de wereld van rente en inflatie. Maar wat vind ik er nou van? Eigenlijk niet zoveel... Ik heb als belegger geen voorkeur voor een stroming. Ik heb ook geen uitgesproken mening over het monetaire beleid. Misschien op een feestje of een verjaardag. Maar niet als belegger. De experts zijn het er niet over eens en we hebben geen glazen bol. Ik heb er geen invloed op, dus ik houd mij gewoon bezig met goede bedrijven selecteren die aantrekkelijk gewaardeerd zijn. Over twintig jaar is het effect van deze periode een stipje in de geschiedenis van de aandelenmarkten.
Effect van rente op aandelen
Wat doet de rente nou met beleggen? Er zijn drie belangrijke effecten.
De rente bepaalt voor een groot deel het veilige rendement op geld. Het risicovrije rendement. Je zou namelijk kunnen zeggen dat een staatsobligatie uit de VS of Nederland nauwelijks risico kent. Het rendement op aandelen is doorgaans dat risicovrije rendement, plus een risico-opslag. Die opslag is de vergoeding die je ontvangt voor het lopen van risico. Als de rente stijgt en de rentes op staatsobligaties stijgen, dan gaat het risicovrije rendement omhoog en daarmee dus ook de totale rendementseis op aandelen. Als beleggers een hoger rendement eisen dan gaan ze dus minder betalen voor aandelen. De koers daalt dan. Natuurlijk is dat slechts één effect dat de koers bepaalt. Er zijn er veel meer dus maak je afwegingen altijd door naar alle aspecten te kijken.
We hebben tussen de verschillende aandelen ook nog verschillen, bijvoorbeeld tussen groei- en waardebedrijven. Als de rente stijgt wordt geld duurder. Een groeibedrijf is dan duur geld aan het investeren dat pas terugkomt op de lange duur. Die businesscase wordt dus ongunstiger. Waardebedrijven die nu al geld verdienen zorgen ervoor dat het dure geld nu al binnenkomt. Veel gunstiger dus. De afgelopen maanden zien we dan ook vooral groei- en techaandelen hard dalen als de inflatie stijgt of als er sprake is van rentestijgingen. Maar ook hier geldt weer: dit is één effect van de velen.
Dan het laatste. Dat effect is heel simpel maar in tijden van lage rente zwaar onderschat. Hoge rente maakt schuld duur. Bedrijven met een lage marge en een hoge schuld hebben hier extreem veel last van. Marges verdwijnen en soms ontstaan verliezen. Dat maakt hun schuld nog duurder. Daarnaast kunnen zij niet meer investeren in groei door schuld aan te trekken.
Aandelen in tijden van hoge inflatie en rente
Tja... Het is maar net aan wie je het vraagt. Er is heel veel onderzoek gedaan naar deze effecten. Pim heeft onlangs ook al aangegeven dat het interpreteren van de resultaten van deze onderzoeken discutabel is. De consensus in de wetenschap is dat aandelen dalen in tijden van hoge inflatie. Maar die consensus is ontstaan vanaf de jaren zeventig: de start van een periode met hoge inflatie en lagere koersen. Voor die tijd was de consensus dat aandelen een hedge waren tegen inflatie. Prijzen worden namelijk door bedrijven verhoogd. Anders is er geen inflatie. Die bedrijven krijgen daardoor meer omzet, winst en dividend.
De tijd waarin je deze analyses doet maakt nogal uit. Google, Facebook, Microsoft en Amazon zijn niet kapitaalintensief. Inflatie heeft op die partijen een heel ander effect dan op de grote bedrijven uit de jaren zeventig. Grote bedrijven uit de jaren zeventig waren olie, auto's en staal. Nu is dat tech.
In de literatuur zie je ook een onderscheid tussen twee soorten inflatie. Inflatie als gevolg van sterke economische groei en inflatie in tijden van economische stagnatie. Stagflatie noemen we dat. In de jaren zeventig was er bijvoorbeeld sprake van stagflatie. Dat aandelen daalden is dan vrij logisch. Op dit moment hebben we ook te maken met hoge inflatie, maar dat gaat gepaard met economische groei van 4 tot 5%. Dat is echt iets anders.
Voor het renteverhaal is elke periode in de geschiedenis weer net even anders. In het verleden zijn er periodes geweest waarin het effect positief was en periodes waarin het negatief was. De wetenschappelijke consensus is dat het effect negatief is. Dus hogere rente is lagere koersen. Een recente studie toont echter het omgekeerde effect aan. Dat ging over de periode 1999-2016. Zij concluderen dat een hogere rente, beleggers ertoe zet om in de markt te blijven. Een echte verklaring geven ze niet. De wetenschap rekent met reële rente en niet met nominale rente. Daar zit misschien een effect. In de wereldgeschiedenis gingen inflatie en rente hand in hand. In de recente geschiedenis zijn we rente heel anders gaan gebruiken, namelijk voor de economische stimulering waar we het al eerder over hadden. Als de rente laag blijft en de inflatie stijgt, dan is er maar één gunstige plek om te zijn. Dat is de aandelenmarkt. Zie daar de link naar TINA die we vaak horen.. There Is No Alternative.
Ik zie in het verleden dus weinig aanknopingspunten om harde conclusies te trekken over inflatie, rente en aandelenkoersen. Het wordt toch weer een beetje maatwerk. Met fundamentele analyse en waarderen komen we een heel eind.
Jouw aandelen in tijden van inflatie
Als je de diverse scenario's een beetje door hebt dan kun je met die bril kijken naar jouw portefeuille. Bij elke holding gebeurt er iets anders bij elk scenario. Dus waar kan je naar kijken:
- Niet alle prijzen stijgen. Bekijk waar de inflatie zich voordoet en of het jouw bedrijf raakt.
- Als het jouw bedrijf raakt: in hoeverre is het in staat om de kosten door te belasten? En wanneer?
- Hoeveel schuld heeft het bedrijf en wat kost die schuld als de rente stijgt? Hoe hard raakt het de marge?
- Hoe cyclisch is het bedrijf? Als de economie stagneert en de inflatie is hoog, blijft de winst dan nog op peil?
- Hoeveel geld moet het bedrijf investeren om te groeien? Als er veel geld uitgegeven moet worden voor groei is dat ongustiger met hoge inflatie en rente. Als het bedrijf kan groeien zonder al te veel investeringen dan is het inflatie en rente effect kleiner.
Als je naar je holdings kijkt met de 'bril van ellende', dan gaan de meeste bedrijven natuurlijk geraakt worden en last krijgen. In meer of mindere mate. Ik maak mij daar niet zoveel zorgen over. Dat is nou eenmaal wat het is. Af en toe een beetje ellende. Daarvoor hebben we al oplossingen toegepast. Een lange horizon en kopen met een 'margin of safety'. Wanneer je je wel zorgen moet maken is als de twee belangrijkste regels van Warren Buffett in het geding komen. 1) "Never lose money" en 2) "Don't forget rule number one." Met andere woorden: als het voortbestaan van je bedrijf op het spel kan komen te staan door de omstandigheden. Daar moet je nu over nadenken en niet als de ellende aan de hand is. Dan ben je te laat.
Vriend van de Show & PDT
Deze week geen update, hier hadden we helaas geen tijd meer voor. We proberen de aflevering altijd binnen het uur te houden.
Nieuws
Shell vertrekt uit Nederland
Drie jaar geleden probeerde het kabinet de dividendbelasting af te schaffen. Rutte was overtuigd dat we op die manier grote multinationals binnen konden houden. Het voorstel om de dividendbelasting af te schaffen viel politiek en maatschappelijk slecht en haalde geen meerderheid.
Unilever is vorig jaar vertrokken en nu is de beurt aan Shell. Direct na het besluit van Shell heeft het kabinet nog een poging gewaagd om de dividendbelasting alsnog af te schaffen. Maar ook nu is dat niet gelukt.
Shell wil de aandelenstructuur versimpelen zodat ze sneller en wendbaarder worden. Eén notering en één valuta. Dat verhaal klopt, dat is ook makkelijker. Maar het is ook een 'mooi verhaal'. Shell wil natuurlijk gewoon weg uit Nederland door de dividendbelasting. Die hebben ze in Engeland namelijk niet.
Zijn het dan geldwolven? Wat mij betreft niet. In 2005 is door de regering al de verwachting uitgesproken dat de dividendbelasting zou worden afgeschaft. Shell heeft afgelopen jaren ook duidelijk aangegeven dat zij overwegen te vertrekken wanneer de dividendbelasting niet wordt aangepast. De politiek heeft andere keuzes gemaakt. Dat is ook prima. Maar dan kan je een beursgenoteerd bedrijf met aandeelhouders niet kwalijk nemen dat zij vertrekken.
Het is natuurlijk wel jammer. Royal Dutch is er nu niet meer.
Bol.com gaat naar de beurs
Ahold zet bol.com zelfstandig op de beurs. Gelukkig houden ze een meerderheidsbelang. De kennis en kunde uit bol.com werkt versterkend voor Ahold. Ahold geeft aan dat door de beursgang bol.com zijn groeiambities beter waar kan maken. Met de opbrengsten van de beursgang kan de groei gefinancierd worden.
Ook dat is een 'mooi verhaal', en het klopt ook weer. Maar het aandeel Ahold is gewaardeerd als een gestaag groeiende supermarktketen. De waarde van bol.com is lastig te bepalen omdat daar ook beperkte informatie over is. Dat is straks verleden tijd. Ahold verwacht natuurlijk dat de som der delen groter is dan het geheel. Dat is volgens mij de reden van de afsplitsing.
We hebben dus weer een tech bedrijf op de Nederlands beurs erbij. Het is heel interessant om te volgen hoe beleggers bol.com gaan waarderen.
Reviews
In de community stelt Bart aan Milou de vraag of zij een overstap overweegt naar de S&P 500 ESG ETF, omdat de gewone S&P 500 z'n vijf procent aan tabak, wapens, olie en andere onverkwikkelijke zaken bevat. Milou is zich bewust van haar voorbeeldfunctie en neemt haar taak als het duurzame geweten van Jong Beleggen serieus. Zij gaat het overwegen.
Volgende week gaan we (Milou en Dennis) het hebben over 'Contrair denken en handelen'. Rest ons nog een ding: investeer in je kennis en beleg met beleid!
Word Vriend
Vind je het leuk om ons te steunen als onafhankelijke podcast, gebruik te maken en mee te denken met de Portfolio Dividend Tracker? Voor €6,25 per maand krijg je toegang. Zeven dagen gratis proberen!
► Doe mee met Jong Beleggen: PortfolioDividendTracker.com
Pim's portfolio
► Bekijk mijn volledige aandelen portfolio: Portfoliodividendtracker.com/jongbeleggen
JB updates op Instagram
► @JongBeleggen op Instagram: Instagram.com/jongbeleggen