‘Groeiaandeel’ is een bekend begrip, net als ‘waarde-aandeel’. Tegelijkertijd zijn het containerbegrippen. Binnen deze twee hoofdcategorieën zit nog veel nuance, het ene groeiaandeel is immers het andere niet. We gaan het vandaag hebben over de echt snelle groeiers. De snelle groeiers die groeiaandelen op waarde-aandelen laten lijken. Over welke aandelen hebben we het dan? Er zijn geen officiële definities maar het onderscheid is best goed te maken.
Het bedrijf moet aan deze voorwaarde voldoen:
- Het is een nieuw product. Daarnaast vervangt het een product in een bestaande markt of creëert het een nieuwe markt.
Het gaat dus niet over de groeipercentages op zich maar over de extreme potentie in de toekomst. Een betere term zou misschien nieuwe groeiers zijn in plaats van snelle groeiers.
Voorbeelden
Dit klinkt misschien nog wat abstract. Daarom een aantal voorbeelden om het concreter te maken.
ASML
ASML is een gewoon groeiaandeel. De omzet groeit namelijk al jaren met 20% per jaar en de verwachting is dat de hoge groei aanhoudt. Het is echter een bestaande markt en ze verstoren niet een andere markt. Het is in redelijke mate voorspelbaar omdat de chipindustrie volwassen is en zij daar ‘gewoon’ een bestaand onderdeel van zijn. Van een nieuwe groeier is dan niet echt sprake.
Apple
Voor Apple gaat een beetje hetzelfde op. De omzet van Apple groeit de afgelopen jaren met meer dan 10%. Maar ook Apple zit in een bestaande markt waar de penetratie bijna volledig is. Ze liften nog wel mee omdat de markt groeit en doordat ze de huidige markt steeds een beetje uitbreiden met nieuwe diensten en producten.
Meta
De omzet van Meta groeide afgelopen jaren met ruim 25%. Zeker een groeiaandeel dus. Alleen zit ook Meta in een bestaande markt die hard groeit. In de beginfase creëerde Facebook een hele nieuwe industrie maar die fase zijn ze al ver voorbij. De markt is voorspelbaarder en ‘volwassen’ geworden. Inclusief nieuwe partijen en bedrijven met andere niches, zoals Pinterest. Meta heeft natuurlijk wel een bruggetje naar een nieuwe snelle groeier, de Metaverse. Dat is compleet nieuw en we weten niet hoe zich dat gaat ontwikkelen. Het kan een vervanging zijn voor heel veel communicatie en samenkomen zoals we dat nu kennen.
Upstart
Wat zijn de voorbeelden van echte nieuwe groeiers? Upstart bijvoorbeeld. Simpel gezegd is Upstart een AI platform om geld uit te lenen. Een fintech bedrijf dat slimme computers gebruikt om afwegingen te maken of iemand een lening kan krijgen. Dat is extreem veel goedkoper en ook nog eens met minder risico. Blijkbaar kan de computer betere afwegingen maken dan de mens aan de hand van kaders en checklists. Upstart leent zelf geld uit en banken kunnen tegen een fee gebruik maken van het platform.
Upstart is een echt disruptor. De markt voor leningen bestaat natuurlijk al lang maar de wijze waarop het proces voorafgaand aan een lening verloopt is via Upstart anders. In potentie kan de ‘oude’ manier volledig verdwijnen en worden vervangen door de nieuwe manier. Voor Upstart hebben we het dan ook over groeipercentages van ruim 200%.
DocuSign
DocuSign is ook een mooi voorbeeld van een nieuwe groeier. De afgelopen jaren groeide DocuSign met meer dan 40%. Lang niet de percentages van Upstart maar het achterliggende principe is vergelijkbaar. Handtekeningen zetten we al en we hebben ook al processen die zorgen voor overeenkomsten met elkaar. Net als leningen, die hebben we ook al. DocuSign verandert het totale proces om te komen tot overeenkomsten. Digitaal, geautomatiseerd en gecombineerd met artificial intelligence.
Non-tech
Het is ook goed om te vermelden dat er veel nieuwe non-techbedrijven zijn die enorm groeien. Bussenbouwer Ebusco groeit met meer dan 100% per jaar. Waterfilter maker NX filtration heeft nu een omzet van een paar miljoen, maar de Total Addressable Market (TAM) is 15 miljard. Dit zijn alleen al twee voorbeelden uit ons eigen Nederland. In de rest van de wereld zijn er genoeg voorbeelden uit andere sectoren die in de categorie nieuwe groeiers vallen.
Waarom lastig te waarderen?
Normaal gesproken kijk je een aantal jaar vooruit. Voor waarde-aandelen is het goed mogelijk om vijf tot tien jaar vooruit te kijken. Ook dat gaat met de nodige onzekerheden gepaard maar het verschil tussen de winst nu en over vijf tot tien jaar is vaak niet extreem groot. Ook is dan de opbouw van de kostensoorten redelijk uitgekristalliseerd. Bij Koninklijke Ahold Delhaize is het inmiddels wel duidelijk wat de bruto marges zijn, wat de jaarlijkse investeringslast is en hoe de kosten met de omzet meebewegen. Dit kan door de jaren heen veranderen maar dan hebben we het over een procentje hier en een procentje daar. Onderaan de streep zullen de winsten van Ahold ergens tussen de 0% tot 10% per jaar stijgen. Afhankelijk van je analyse natuurlijk.
Bij nieuwe groeiers werkt dat heel anders. De waarde zit nooit in het nu en zelfs na vijf jaar komt de waarde er nog niet uit. Je kan niet de winst van nu nemen en daar je groeiprognoses op los laten. Dat komt natuurlijk omdat de kost voor de baat uitgaat. Toch wil je voorspellen wat die groei gaat zijn en hoeveel er op de lange termijn aan winst, in potentie uit kan komen.
Kijk bijvoorbeeld naar Amazon. Tussen 2011 en 2015 fluctueerde de winst tussen $-0,60 en $1,39 per aandeel. In 2016 en 2017 was het al $5 à $6. Daarna ging het in één streep naar $65 per aandeel in 2021. De voorspellingen voor 2024 gaan al over de $100 per aandeel. Kijken naar earnings per share terwijl het bedrijf alleen focus heeft op groei heeft dus niet zoveel zin.
Bouwblokken
Wat je kan doen is het financieel ontleden van het businessmodel. Voor de meeste groeibedrijven werkt dat met vergelijkbare bouwblokken. Dat zijn omzet, kosten van de omzet, bruto winst, sales & marketing (S&M), research & development (R&D) en general & administrative (G&M).
Omzet
Daar ga je natuurlijk de toekomstige groei van de verkoop van het product voorspellen. Je voorspelt de aantallen maar ook de prijs.
Kosten van de omzet
Dit zijn de kosten die je sowieso moet maken om de omzet voor elkaar te krijgen. Dat zijn fabricagekosten voor producten, hosting kosten voor software, salariskosten voor bezorgers, ga zo maar door. Hier bepaal je in hoeverre schaalvoordelen in de toekomst gaan meewegen. Bij sommige bedrijven bewegen deze kosten lineair mee met de omzet en bij sommige slechts marginaal.
Brutowinst
Het saldo van die twee is natuurlijk de brutowinst. Het is de vraag of brutowinst gebruikt kan worden als brandstof voor verdere groei. Als dat niet lukt is er maar één optie en dat is groei financieren. Dat is geen ramp maar wel iets om rekening mee te houden.
Sales & marketing
Het is de vraag in hoeverre de omzet ‘vanzelf’ kan groeien of dat je je product aan de man moet brengen. Het is de vraag hoeveel geld ‘geïnvesteerd’ moet worden om meer klanten te krijgen. En dan is het de vraag hoeveel die geïnvesteerde euro’s opleveren. Blijven de klanten of lopen ze snel weer weg? Hoe ‘sticky’ is de omzet die je uit je sales & marketing haalt?
Research & development
Sommige bedrijven ‘moeten’ ontwikkelen om alleen al bij te blijven. Dat is noodzakelijk kwaad. Maar R&D om nieuwe producten en diensten toe te voegen is natuurlijk potentieel heel rendabel.
General & administrative
Dit zijn algemene overheadkosten, die nou eenmaal nodig zijn om überhaupt te kunnen draaien. Werkplekken, de administratie voeren, de HR afdeling, etcetera.
Wat moeten we daar nou mee?
De S&M en R&D hebben één ding gemeen: ze zijn de brandstof voor groei. Tegen de tijd dat je ‘volwassen’ bent in de markt gaan die kosten relatief gezien extreem naar beneden tot een niveau waarop behoud of lichte groei gerealiseerd wordt.
G&A (General and Administrative Expense) heeft vooral schaalvoordelen over tijd. Hoe groter je wordt hoe beperkter het percentage G&A.
Nu je weet wat de bouwblokken zijn,zie je het verdienmodel tevoorschijn komen. Je investeert geld in het bouwen van je product (R&D) en je investeert geld zodat klanten daar de komende jaren voor gaan betalen (S&M). Die investeringen moeten renderen en dat komt tot uiting in je gross profit. Je hebt hiermee eigenlijk het mechanisme van je return on investment te pakken.
Je wil voorspellen hoe de bedrijven gaan worden als ze volwassen zijn en wanneer ze dat zijn. Je bepaalt eigenlijk de toekomstige omzetgroei, hoeveel investeringen daarvoor nodig zijn en wanneer die investeringen gaan afnemen. Het is namelijk niet gek als een bedrijf nu 30% in S&M steekt maar als het op enig moment 20 miljard omzet heeft dan is dat misschien wel vreemd. Dan maak je 6 miljard aan saleskosten en dat is nauwelijks efficiënt weg te zetten op deze schaal. Daarmee wordt de waarde van elke geïnvesteerde euro een stuk kleiner. Dat is precies het effect wat je bij deze groeiers gaat zien, relatief gezien zakken de uitgaven.
Enkele jaren voordat het bedrijf volwassen is, is het moment dat de waarde er echt uit gaat komen en de vruchten geplukt worden. De termijn die je dan moet voorspellen is niet vijf tot tien jaa, dat is te kort. Vijftien jaar heb je vaak wel nodig. Dat lijkt lang en onzeker en dat is het ook. Het is een high risk, high return (loss) afweging die je gaat maken.
De dynamiek van deze bouwblokken is bij elk bedrijf anders en het is daarom altijd maatwerk. Vaak geeft het management wel aanknopingspunten of harde targets waar deze waardes op termijn naartoe bewegen. Het waarderen van snelle groeiers door de omzet te vermenigvuldigen met een getal. Of het ene tech bedrijf te vergelijken met het andere tech bedrijf verklaart niet veel. Daarvoor is de vergelijkbaarheid echt veel te klein.
Mocht je bij bepaalde bedrijven echt geen idee hebben hoe de bouwblokken zich in de toekomst gaan ontwikkelen? Sla het bedrijf gewoon over. Het snappen van het bedrijf is echt het allerbelangrijkste onderdeel van je fundamentele analyse en dat geldt des te meer als je veel risico gaat lopen.
Let op, er zijn twee soorten investeringen
Allereerst zijn er investeringen die bedrijven niet in de kosten opnemen maar op de balans parkeren. Het ontwikkelen van software of het maken van content kan je in sommige gevallen activeren. Dan ben je het geld wel kwijt maar zie je het niet terug in je winstcijfers. Een simpel voorbeeld is Netflix. Die maken langzaamaan winst maar hebben een negatieve cashflow. Dat komt doordat al die miljoenen die ze in nieuwe content stoppen direct naar de balans gaat in plaats van in de resultatenrekening.
Het maakt op zich niet zoveel uit maar het is wel iets om rekening mee te houden. Vroeg of laat moet ook het geld op je balans worden terugverdiend namelijk.
Onzekerheden
De potentiële rendementen op dit soort aandelen zijn extreem groot. De risico’s zijn alleen minstens zo groot! Er zijn twee belangrijke onzekerheden bij deze snelle nieuwe groeiers waardoor het risico zo groot is: kopieerbaarheid en het plafond van de markt.
1) Kopieerbaarheid
Als je moat niet heel groot is, komen er andere partijen die hetzelfde gaan doen of zelfs iets beters ontwikkelen. In dat geval ga je een veel kleiner deel van de markt veroveren en bovendien tegen veel lagere marges.
Als first mover ben je eigenlijk altijd de absolute marktleider en heb je hoge marges. Dat is ook gelijk de valkuil in de waardering die je eraan koppelt. Als je die baseert op het doortrekken van het marktleiderschap en de marges dan moet je wel heel overtuigd zijn dat dat ook blijft. Als je geen marktleider kan blijven en de marges niet kan behouden stort je waardering in.
Er zijn heel veel grote banken in de wereld waar veel slimme mensen werken die al jaren leningen verstrekken. Die banken hebben ook toegang tot grote hoeveelheden kapitaal en maken al winst die ze kunnen investeren. Het is de vraag of zij niet ook zoiets als Upstart kunnen ontwikkelen. Of misschien Google of Apple? Die zitten al in de ‘pay’ industrie en hebben een extreem ontwikkelingsvermogen in de organisatie. Of wat te denken van Shopify?
Voor Upstart zijn dat de vragen waar ik nog geen antwoord op heb maar misschien komt dat in de komende weken of maanden wel.
Bij DocuSign heb ik daar wel meer gevoel bij. Zijn elektronische handtekeningen kopieerbaar? Ja zeker, makkelijk zelfs. Het verschil zit in de aanvliegroute van DocuSign. Zij zetten namelijk in op het complete proces van agreements. Als ze slagen om dat geheel te voorzien van digitalisering, automatisering en AI, dan hebben ze daar een grote moat. Dat gebied is zo groot en complex dat je dat niet zomaar ontwikkelt, verkoopt en implementeert. Voor onderdelen zou dat wel kunnen maar dan heb je geen moat. Een organisatie gaat geen zaken doen met tien partijen die elk een stukje van het agreement proces slim doet, om die tien verschillende oplossingen vervolgens aan elkaar te moeten knopen.
Waaruit blijkt dat het totaal niet zomaar te ontwikkelen is? DocuSign investeert honderden miljoenen in dit stukje. Bij de huidige groei is dat binnenkort bijna een miljard aan R&D. Dat moet allemaal gefinancierd worden en vervolgens uitgerold. Een concurrent gaat dat niet zomaar nadoen. Bovendien financiert DocuSign dit uit hun bestaande bruto marge.
DocuSign heeft het grote voordeel dat ze een first mover zijn op het gebied van E-signatures. Daardoor zijn ze eenvoudig binnen bij heel veel bedrijven. Van daaruit kan de cross selling beginnen. DocuSign heeft nu circa 70% van de E-signature markt en zal dat niet snel kwijtraken. De incentive om te switchen is enorm laag. De gebruikskosten zijn gering en het implementeren van andere oplossingen kost tijd en geld.
Een grote concurrent van DocuSign is Adobe. Voor het E-signature deel is dat zeker waar. Adobe gebruikt de E-signature voor verrijken van de bruikbaarheid van zijn PDF’s. Dat gaat over het automatiseren van document flows en digitale formulieren. De focus van Adobe op het hele agreement proces is veel kleiner dan bij DocuSign. De R&D van DocuSign is extreem veel groter op dit gebied. De dynamiek om een signing product af te nemen is ook anders bij DocuSign ten opzichte van Adobe. Bij Adobe voeg je het toe aan iets wat je al hebt, bij DocuSign komt je er apart voor binnen. Dat maakt de aanvliegroute van beide bedrijven anders. Adobe ziet zijn tak niet als een oplossing in een agreement proces. Als je een oplossing wil voor al je agreement processen ga je naar DocuSign, niet naar Adobe. Als je ‘gewoon’ handtekeningen wil zetten in de documentenstroom van PDF’s die je hebt dan is Adobe prima. Dus Adobe is zeker een concurrent en zal zeker een deel van de markt in handen krijgen en houden. Maar over een paar jaar kan je de ene niet voor de andere inruilen.
2) Het plafond van de markt
Het is nog heel onzeker hoe groot de markt uiteindelijk is en of de markt zoals die nu is qua grootte wel net zo groot is door jouw nieuwe technologie. Als Upstart goedkoper leningen verstrekt kan je er niet vanuit gaan dat al het geld dat daar nu aan besteed wordt in de zak van Upstart gaat. Het plafond van Upstart ligt extreem veel lager dan de huidige waarde. Dat is namelijk het hele businessmodel van Upstart.
Het maakt nogal uit tot hoe ver in de toekomst je de groei gaat doorrekenen. Bij supermarkten is het heel eenvoudig. De markt heeft een volledige penetratie, verdeeld over Albert Heijn, de Jumbo, de Duitse prijsvechters en nog een paar restjes. We weten hoeveel mensen ongeveer uitgeven aan boodschappen en we kunnen ook goede voorspellingen doen hoe zich dat de komende jaren ontwikkelt.
Bij DocuSign is dat extreem lastig. We staan nog helemaal aan het begin van de markt. Minder dan 10% wordt digitaal getekend en de markt voor het automatiseren van agreements is zelfs minder dan 5% (en die percentages zijn zelfs grove schattingen).
Daarna wordt het nog lastiger. Als je al wat aannames kan maken over de grootte van de markt dan komt de volgende stap. Welke markten kunnen daarna worden toegevoegd? Kan het bedrijf de TAM uitbreiden? Als we even onze fantasie loslaten op DocuSign over tien jaar, dan zitten die oplossingen helemaal vol met AI. De computer die steeds beter wordt in het interpreteren van afspraken, risico’s en bijbehorende acties. Als die slimheid ontwikkeld is, kan het niet anders dan dat die ook ergens anders voor ingezet kan worden. Naast agreements hebben we nog het slim uitlezen van financiële onderbouwingen het monitoren van besluiten, het intern zoeken en samenvoegen van data op basis van tekstanalyse, etcetera. Allemaal random voorbeelden maar een bedrijf met zo’n focus op R&D gaat vroeg of laat z’n market uitbreiden. Dat kan met overnames die slim geïntegreerd kunnen worden of met DocuSign ventures, de tak van het bedrijf die de hele dag bezig is met start-ups en innovatie.
En dan?
Oke, je hebt alles geanalyseerd en voorspeld. Je hebt een aardig idee waar de verschillende bouwblokken zich heen gaan bewegen en hoe die zich onderling verhouden. Je hebt een globaal idee tot hoe ver de groei kan aanhouden. Zelfs het tempo kan je inschatten. De moat is je duidelijk waardoor je enig comfort hebt dat de groei duurzaam is... Dan weet je dus ook wat de toekomstige cashflows gaan zijn.
Die kan je dus ook gewoon in een DCF model verwerken maar dan voor vijftien jaar. Je maakt de toekomstige cashflow contant naar nu. Dat hebben we in een eerdere aflevering behandeld en die kan je hier terugluisteren.
64. 4/4 Fundamentele analyse: De waardering en portefeuillebeheer (met Dennis Emmelkamp) | € 243.100Je hoort soms dat het op deze manier moeilijk is om groeiaandelen te waarderen en dat is het ook. Het is alleen niet de bedoeling dat je een makkelijke manier gaat gebruiken alleen maar omdat dat makkelijker is. Daarmee ga je wat mij betreft voorbij aan het feit dat het lastig is. Bij de mensen die op eenvoudige wijze waarderingen van nieuwe groeiers bepalen, hoor ik tegelijkertijd dat ze het businessmodel niet echt begrijpen. Aangeven dat het niet mogelijk is om dergelijke voorspellingen te doen zegt iets over de kennis en kunde van degene die dat zegt. Het niet weten is prima, meestal weet ik het ook niet. Dan laat ik het gewoon liggen en laat ik het aan anderen die het wel weten.
Je hoeft het niet zeker te weten en je hoeft het niet altijd bij het juiste eind te hebben. Daarvoor hebben we namelijk spreiding uitgevonden. Het andere uiterste is hopen op koersstijging omdat het bedrijf zo enorm hard groeit en een mooie toekomst heeft. Omdat de koers eerst $400 was en nu $200, of juist omdat Amazon eerst ook geen winst maakte en wel hard groeide. Dat is niet beleggen. Beleggen is een fundamentele analyse uitvoeren, aannames doen en die door de tijd heen bijstellen. Soms heb je het dan ongeveer goed en soms helemaal fout. Het ongeveer goed hebben betekent dat je een super goed bedrijf koopt tegen een redelijk bedrag.
“Zone van redelijkheid”
Voor mij is Shopify een mooi voorbeeld. Even los van het feit dat ik het bedrijf en de toekomst nog niet volledig heb doorgrond, heb ik wel een poging gedaan om te waarderen met globale aannames. Dat was toen de koers op $1.500-$1.600 stond. Die waarde kreeg ik er met de beste wil van de wereld niet uit. Daarvoor moet ik zo extreem veel omzetgroei en margegroei meenemen dat ik het niet meer kan onderbouwen. Het is dan echter niet gezegd dat ik gelijk heb of dat het bedrijf niet extreem succesvol is. Het is alleen voor mij buiten de ‘zone van redelijkheid.’ Nu staat de koers onder de $600 en is het een heel ander verhaal.
Een ander recent voorbeeld voor mij is Idexx Laboratories. Met mijn recente aankoop van een huisdier ben ik in de wereld van de huisdieraandelen beland... Het is fascinerend hoe je als consument daar geld uitgeeft. Daar moeten bedrijven zijn die iets extreem goed doen dacht ik. Zo kwam ik bij Idexx. Wereldmarktleider op het gebied van diagnostiek en software voor de dierenbranche. Een heel interessant en innovatief bedrijf. Maar die prijs?! Misschien hebben we over een paar jaar vier keer zoveel dierenartsen op de wereld of worden dieren massaal ziek, want anders krijg ik de waardering er niet uit. Ook dit aandeel zit voor mij buiten de ‘zone van redelijkheid.’
Een ander voorbeeld is Zebra technologies. Simpel gezegd bekend van de streepjescodes maar inmiddels uitgegroeid tot een wereldleider op het gebied van scannen, registreren en alle workflows daarom heen. Denk aan de zelfscanners van de Albert Heijn of de scanners in ziekenhuizen van de polsbandjes. Zebra is een B2B techbedrijf wat wellicht niet heel bekend is. Het aandeel is niet per se heel duur op basis van mijn aannames.
Maar een bedrijf waar fors gegroeid moet worden en waar de onzekerheden van mijn aannames ook groot zijn moet ik ‘echt’ overtuigd zijn van de toekomst en dat ben ik nog niet helemaal bij Zebra. Ik wil niet hopen dat het allemaal zo optimistisch verloopt als ik denk. Als je echt overtuigd bent van de langetermijnkwaliteit van het bedrijf dan is het ‘ongeveer goed zitten’ meer dan genoeg.
Ik weet ook niet of DocuSign het uiteindelijk waar gaat maken. Ik heb er wel vertrouwen in en ik snap wat er allemaal moet gebeuren om te zorgen dat het wel lukt. Als ik door de jaren heen daarin haarscheurtjes zie ontstaan dan pas ik mijn mening weer aan.
Nieuws
Vorige week kwam Just Eat Takeaway met cijfers. Globaal gezien was het in lijn met de outlook van het management. De ebitda is aan het verbeteren maar het zijn nog steeds verliezen. Wat verder opvalt is dat de markt langzaam rationeler wordt. JET vertrekt uit Portugal en Noorwegen omdat het niet eenvoudig #1 in de markt kan worden. Bij de concurrentie zie je dezelfde beweging. Deliveroo vertrekt bijvoorbeeld uit Spanje.
Verder blijkt uit de balans dat de cashpositie sterk is met ruim een miljard op de balans. Daarnaast hebben ze een positie in iFood met een waarde tussen de drie en vier miljard.
In 2022 investeert JET nog in groei waardoor de verliezen aanblijven. Vanaf 2023 moeten de resultaten sterk verbeteren. De grote vraag is in hoeverre dit gaat lukken en hoe winstgevend JET wordt over een paar jaar. De markt heeft er in ieder geval totaal geen vertrouwen in.
Portfolio update
Zoals in de vorige aflevering besproken stort ik bij in tijden van correcties. Dat heb ik nu ook gedaan. Mijn maandinleg gaat x drie. De extra inleg is dus twee keer mijn maandinleg.
Daarnaast heb ik Archer-Daniels Midland grotendeels verkocht, zo’n tweederde van mijn positie. De koers van ADM was de afgelopen tijd juist gestegen door de oplopende grondstofprijzen. Desondanks is de fair value ongeveer bereikt en met een portfoliogewicht van 10% vond ik het een mooi moment om af te bouwen.
De beschikbare cash heb ik gestoken in het bijkopen van Alstom voor €16,58. Smurfit Kappa heb ik teruggekocht. In februari verkocht ik het nog voor £40,51 en nu heb ik het teruggekocht voor £28,96. Het lijkt op handelen of speculeren, maar dat is het niet. Die £40 was voor mij de fair value en ondanks alle spanningen en economische tegenwind denk ik niet dat de fair value van Smurfit veel lager ligt. Het is voor mij weer een mooie investering in een ijzersterk bedrijf tegen een forse korting.
Volgende week gaan we het hebben over 'Wat is ingeprijsd in de koers?’. Rest ons nog een ding: Investeer in je kennis! En beleg met beleid.
Word Vriend
Vind je het leuk om ons te steunen als onafhankelijke podcast, gebruik te maken en mee te denken met de Portfolio Dividend Tracker? Voor €6,25 per maand krijg je toegang. Zeven dagen gratis proberen!
► Doe mee met Jong Beleggen: PortfolioDividendTracker.com
Pim's portfolio
► Bekijk mijn volledige aandelen portfolio: Portfoliodividendtracker.com/jongbeleggen
JB updates op Instagram
► @JongBeleggen op Instagram: Instagram.com/jongbeleggen
Dennis' portfolio
► Bekijk mijn volledige aandelen portfolio: Portfoliodividendtracker.com/dennis